Uncategorized

Niets doen

Vandaag kreeg ik telefoon van een dame van de dienst internationalisering van de hogeschool waar mijn zoon studeert. Ze belde me op in verband met zijn Erasmusopleiding. Na een aantal minuten begint ze bijna hysterisch te huilen. Ze is op, uitgeput. Ze kan niet meer. Ze heeft teveel werk, te weinig tijd voor zichzelf. Dat vertelt ze me tussen de grote snikken door. Ze kan het niet meer aan en weet niet hoe ze verder moet. Het is een vreemde situatie waarin ik iemand troost die ik eigenlijk niet ken, via telefoon dan nog wel. Ik wil graag even een schouder zijn om op uit te huilen, geen probleem mee, maar eigenlijk belde die vrouw mij op om een probleem voor mij op te lossen. Ik eindig met haar problemen te aanhoren en blijf uiteraard ook op mijn honger zitten wat betreft mijn eigen vragen.

Ze eindigt het gesprek ook redelijk abrupt met de zin: ‘u ziet het, ik kan nog niet eens voor mezelf zorgen, wat zou ik u kunnen verder helpen.’

Ik vind het een beetje triest, dat antwoord. Er schuilt zo onnoemelijk veel frustratie en teleurstelling in. Ze stuurt me door naar weer een ander persoon. Zij was al de derde die ik contacteerde. Niet dat mijn vraag zo moeilijk is, maar niemand heeft tijd.

Niemand heeft tijd. Is dat echt zo? Nochtans zie ik heel veel mensen dagelijks tientallen facebookposts online zetten, op Instagram foto’s posten van hun dier, avondeten, nieuwe gelnagels, nieuwe kleren, … Dat neemt toch ook tijd. Niet alleen die posts online krijgen, maar dat dier verzorgen, die gelnagels laten zetten en die nieuwe kleren gaan shoppen.

Hoe komt het dan dat zoveel mensen uitgeput zijn? Met steeds minder, steeds meer werk doen: een uitspraak die ik van velen hoor als ze het over hun job hebben. Maar ergens stopt het toch. Je kan toch niet je werknemers blijven uithollen. Wat is op het einde nog de kwaliteit van hun werk? Neem nu die dame die ik aan de lijn had. De service die zij levert, los van het feit dat ik wel met haar te doen heb, is lamentabel. Kan dat wel?

Hoeveel mensen er vandaag door zitten op hun job, ik vind het waanzinnig. Was ik er vroeger blind voor of kwam het gewoon minder voor? Maar vooral vraag ik me af, waar gaat het fout?

En dan denk ik aan mijn grootmoeder. Die kon soms gewoon niets doen. Dan zat ze met haar rug rechtop en de handen gevouwen in haar schoot. Zo had ze dat geleerd. Zo zitten deftige meisjes. En dan deed ze niets. En naast haar zitten mocht, maar alleen als je ook niets deed. Ik probeerde dat soms en stiekem keek ik dan vanuit mijn ooghoek naar haar, of ze misschien toch niet iets heel kleins aan het doen was, maar nee. Ze deed niets. Zij kon dat, mijn grootmoeder, niets doen.

Misschien moeten we dat terug leren, af en toe niets doen. Misschien wel. Had ik dat maar gezegd net aan de telefoon tegen de hysterische dame: even niets doen.

Plaats een reactie